Sjoerd volgt een associate degree opleiding (Pedagogisch Educatief Professional) en vertelt over de inhoud van zijn studie, het baanperspectief en eventuele doorgroeimogelijkheden in het onderwijs. 

Ontwikkeling van kinderen

Dit vak volg je om inzicht te krijgen in welke mijlpalen bij welke leeftijden horen. Zo kan er bijvoorbeeld gezien worden of een leerling “op niveau” functioneert binnen een bepaald vak.

Kindportret

Hier breng je twee leerlingen in kaart op basis van belemmerende en stimulerende factoren. Daarnaast ook het sociaal-emotionele functioneren, toets-scores, etc.

Kind in ontwikkelingsgerichte omgeving

Hierbij wordt er een reeks activiteiten ontworpen om de kinderen aan te zetten tot actie. Deze activiteiten moeten wel betekenisvol zijn en zijn dan ook gebaseerd op een kort onderzoek binnen de praktijksituatie en literatuurstudie.

Leer- en gedragsproblematieken

Tijdens deze module wordt er gekeken naar (ontwikkelings)stoornissen en hoe deze aangepakt kunnen worden. Je leert het verschil te zien tussen “lastig gedrag” en “gedrag wat met de stoornis te maken heeft”. Er wordt vooral gekeken naar het verband van een stoornis ten opzichte van de ontwikkeling van de executieve functies bij leerlingen.    

Je leert tijdens de opleiding best veel over het onderwijs. Het zijn punten waar je niet meteen aan denkt, zoals inrichting van het lokaal (ontwikkelingsgerichte omgeving) of plek(ken) in de klas voor zorgleerling(en) (leer- en gedragsproblematieken). Er wordt vooral ingezoomd op het bedenken en creëren van activiteiten rondom de werkruimte, in plaats van het “lesgeven”.  Het begeleiden van leerlingen, min of meer de rol die bijvoorbeeld een onderwijsassistent heeft, valt (vaak) ook onder de taken die je op de werkvloer zal uitvoeren.

Alleen moet er wel bij gezegd worden dat dit komt doordat ik ook werk in het (speciaal) onderwijs. Hierdoor kan ik de opdrachten linken aan mijn leerlingen en dus ook activiteiten/doelen afstemmen op hun leeftijdsfase/ontwikkelingsniveau.

Als je geen stage- of werkplek hebt in het onderwijs, zul je tijdens de lessen vooral veel meekrijgen van medestudenten die wel in het onderwijs werken. Doordat er tijdens de lessen gevraagd wordt naar eigen praktijksituaties, kan je bijvoorbeeld in overleg met iemand die op een (basis)school werkt.

De opleiding sluit, in mijn ogen, goed aan op een baan/stage in het onderwijs, aangezien ik het erg goed kan combineren met mijn werk. Ik kan mij wel voorstellen dat als je géén stage- of werkplek gehad hebt in het onderwijs tijdens deze opleiding en je hierna wel door wilt studeren voor leerkracht (PABO), dan lijkt het mij wel een grote(re) stap.

Voor diegene die vanwege een (fulltime) baan niet zomaar kunnen “switchen” van stage- of werkplek (bijvoorbeeld: kinderopvang naar het (basis)onderwijs) zou ik adviseren om toch eens momenten vrij te roosteren om mee te kijken hoe een dag eruit ziet binnen het onderwijs. Denk niet gelijk aan hele dagen, maar bijvoorbeeld een dagdeel (ochtend/middag) is al voldoende. Zelfs een les zal al heel waardevol kunnen zijn. Dit helpt altijd mee om de stap naar de PABO kleiner te maken. Je weet dan (beter) wat je kan verwachten van werken in het onderwijs.

Ik werk momenteel al als onderwijsassistent. Ik mag mijn werkuren als stage-uren gebruiken. Daarnaast zijn mijn werkzaamheden niet veel veranderd. Alleen moet ik soms tijd vrij maken voor als ik een gesprek heb met mijn stagebegeleider en/of opdrachten moet uitvoeren met een leerling of leerlingen. Ik heb zelf minder het gevoel dat ik een “student” ben. Dit komt vooral doordat ik kan blijven doorwerken, en dus veel op de werkvloer ben. Uiteindelijk maakt dit dat ik erg positief ben over deze opleiding.

Ik heb enkele weken terug te horen gekregen dat ik een vaste aanstelling krijg binnen de stichting waar ik voor werk (SOTOG). Ook is mij gevraagd of ik nog door wil leren (PABO). Dit wil ik erg graag, maar daarnaast weet ik niet of dit te combineren valt met het werken. Wel weet ik dat ik in het speciaal onderwijs wil blijven werken, bijvoorbeeld als leraarondersteuner (d.m.v. het behalen van deze opleiding). 

Er is mij vanuit de directie ook gevraagd of ik nog door wil leren (PABO). Dit zou ik erg graag willen, maar daarnaast weet ik niet of dit te combineren valt met het werken. Omdat ik niet weet of ik mijn stages mag lopen binnen mijn stichting, twijfel ik nog of ik dit ga doen. Als ik bijvoorbeeld nog maar twee dagen per week kan werken, omdat ik de rest vrij moet zijn voor stages op andere scholen, ga ik niet doorleren. Simpelweg omdat ik dan (bijna) geen inkomsten meer heb.