Vraag&antwoord over werken in het onderwijs

Heb je een gerichte vraag, en ben je op zoek naar het antwoord op deze vraag? Bekijk hier ons overzicht van veelgestelde vragen. Sommige vragen uit dit overzicht zijn vragen van oriënteerders die via het contactformulier of telefonisch contact met ons hebben opgenomen en andere vragen komen uit de meestgelezen artikelen. Wil je meer weten? Klik dan op "Lees meer" onderaan het antwoord om bij een uitgebreid artikel uit de kennisbank te komen.

Lerarenopleidingen

Lerarenopleiding primair onderwijs (pabo)

  • Met jouw twee diploma’s mag je lesgeven op dezelfde scholen als anderen met een bevoegdheid voor het primair onderwijs: in het regulier basisonderwijs, in het praktijkonderwijs en op scholen voor speciaal (basis)onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs.
    Lees meer
  • Je krijgt twee diploma’s: een hbo-bachelordiploma Leerkracht Basisonderwijs (incl. bevoegdheid voor het primair onderwijs) en een wo-bachelordiploma Onderwijswetenschappen of Pedagogische Wetenschappen, waarmee je toelaatbaar bent tot de master Onderwijswetenschappen of Pedagogische Wetenschappen.
    Lees meer
  • Nee, mbo1-, mbo2- en mbo3-opleidingen sluiten niet aan op een hbo-opleiding. Wat zijn je opties? Je kunt doorstromen naar de havo of een mbo4-opleiding (bijvoorbeeld tot onderwijsassistent) en daarna de pabo doen. Ook kun je de 21+-toets doen. Als je hiervoor slaagt, kun je wel beginnen aan de pabo.
    Lees meer
  • De voltijdvariant van de pabo duurt vier jaar. Bij flexibele of verkorte deeltijdvarianten kan je traject twee tot vier jaar duren, afhankelijk van eventuele vrijstellingen waar je recht op hebt vanwege je vooropleidingen. Vraag hiernaar bij de hogeschool waar jij de pabo wilt volgen.
    Lees meer
  • Een overzicht van hogescholen in Nederland die de pabo aanbieden, kun je vinden in het onderstaande artikel.
    Lees meer
  • Pabo staat voor pedagogische academie basisonderwijs. De pabo is de hbo-opleiding om leraar in het primair onderwijs te worden.
    Lees meer
  • Ja, je kunt met een mbo4-diploma toegelaten worden tot de pabo, maar je moet wel een aantal toelatingstoetsen halen. Deze toetsen zijn er voor de vakken aardrijkskunde, geschiedenis en natuur & techniek.
    Lees meer
  • Primair onderwijs en basisonderwijs worden vaak door elkaar gebruikt, maar deze termen betekenen niet hetzelfde. Primair onderwijs is de parapluterm voor het reguliere basisonderwijs, het speciaal basisonderwijs, het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs.
    Lees meer
  • De minimale toelatingseisen voor de pabo zijn een mbo4- of een havo-diploma. Ben je niet in bezit van deze diploma's? Dan kun je een 21+-toets maken om toegelaten te worden. Voor de universitaire pabo zijn de minimale vooropleidingseisen een vwo-diploma of een hbo-propedeuse.
    Lees meer
Lerarenopleidingen

Lerarenopleiding voortgezet onderwijs en mbo

  • Ulo staat voor universitaire lerarenopleiding: je volgt een ulo altijd aan een universiteit. Ulo's kunnen educatieve masters zijn, maar ook minors of modules. Educatieve masters sluit je af met een eerstegraads bevoegdheid; educatieve minors en modules met een beperkte tweedegraads bevoegdheid.
    Lees meer
  • Een educatieve master is een universitaire lerarenopleiding die studenten opleidt tot eerstegraads bevoegde docenten. Deze master duurt twee jaar, tenzij je vakinhoudelijk, vakdidactisch of pedagogisch al voldoende studiepunten hebt behaald. De master kan dan een jaar of zelfs een half jaar duren.
    Lees meer
  • Aansluitend op sommige universitaire bachelors kun je een educatieve module volgen. Na deze module ben je beperkt tweedegraads bevoegd. Je mag dan lesgeven aan vmbo-tl en de onderbouw van havo/vwo. Met deze bevoegdheid heb je vaak recht op vrijstellingen als je doorstroomt naar de educatieve master.
    Lees meer
  • Tijdens enkele universitaire bachelors kun je een educatieve minor volgen. Na deze minor ben je beperkt tweedegraads bevoegd. Je mag dan lesgeven aan vmbo-tl en de onderbouw van havo/vwo. Met deze bevoegdheid heb je doorgaans recht op vrijstellingen wanneer je doorstroomt naar de educatieve master.
    Lees meer
  • Na afronding van de educatieve minor/module ben je beperkt tweedegraads bevoegd. Je mag dan lesgeven in het vmbo en in de onderbouw van de havo en het vwo.
    Lees meer
  • Lerarenopleidingen worden aangeboden door hogescholen, universiteiten en commerciële opleidingsinstituten. In onze onderwijsnavigator kun je alle aanbieders van lerarenopleidingen vinden.
    Lees meer
  • Een kopopleiding is een 1-jarige hbo-lerarenopleiding waarmee je met een eerder behaald hbo- of wo-bachelordiploma een tweedegraads bevoegdheid kunt halen. Je komt in aanmerking voor de kopopleiding wanneer je in het bezit bent van een bacheloropleiding die direct aansluit bij een schoolvak.
    Lees meer
  • Met een eerstegraads bevoegdheid mag je lesgeven in alle klassen van het voortgezet onderwijs, in het volwassenenonderwijs, in het mbo en in het praktijkonderwijs. Je mag zelfs in het primair onderwijs lesgeven, mits je een schoolvak geeft dat overeenkomt met een vak dat daar wordt gegeven.
    Lees meer
  • Met een tweedegraads bevoegdheid mag je lesgeven in de onderbouw van havo/vwo, in het vmbo, in het volwassenenonderwijs, in het mbo en in het praktijkonderwijs. Je mag zelfs in het primair onderwijs lesgeven, mits je een schoolvak geeft dat overeenkomt met een vak dat daar wordt gegeven.
    Lees meer
Lerarenopleidingen

Andere routes

  • Volgens een inventarisatie van het ministerie van OCW waren er in 2020, 384 routes die leidden tot een lesbevoegdheid. Er zijn drie hoofdroutes te onderscheiden: voltijdopleidingen, deeltijdopleidingen en zij-instroomtrajecten. We denken graag met je mee over de route die het best bij jou past.
    Lees meer
  • Een post-hbo-opleiding is een opleiding op hbo-niveau voor iedereen die zich wil specialiseren of verbreden in een bepaald vakgebied. Met deze opleiding kun je meer leren over een vakgebied, waardoor je je in je loopbaan verder kunt ontwikkelen. Een post-hbo-opleiding is geen volledige hbo-bachelor.
    Lees meer
  • Ja, als je les wilt geven moet je in principe een lerarenopleiding of zij-instroomtraject hebben afgerond, tenzij je als gastdocent lesgeeft. Met jouw bevoegdheid, diploma, certificaat of getuigschrift kun je aantonen dat je vakinhoudelijk, vakdidactisch en pedagogisch bekwaam bent om les te geven.
    Lees meer
  • Ja, met een afgeronde educatieve associate degree, zoals een associate degree tot onderwijsondersteuner, of pedagogisch educatief professional, kun je allerlei functies op een school bekleden. Je vindt alle educatieve associate degrees in ons artikel.
    Lees meer
  • Als je geen mbo4-, havo- of vwo-diploma hebt, dan kun je met behulp van een 21+-toets toch aantonen dat jij het juiste werk/denkniveau hebt om aan een hbo-opleiding te beginnen. Je moet daarvoor wel 21 jaar of ouder zijn.
    Lees meer
  • In het basis- en voortgezet onderwijs heb je een bevoegdheid nodig om voor de klas te staan, met uitzondering van leraren in opleiding en gastdocenten. Binnen het mbo is ‘bevoegd' geen wettelijke term: het schoolbestuur bepaalt daar of jij vakinhoudelijk, vakdidactisch en pedagogisch bekwaam bent.
    Lees meer
Lerarenopleidingen

Studievarianten

  • Een voltijdopleiding aan een hogeschool duurt meestal vier jaar. Er zijn soms ook verkorte routes mogelijk. Als voltijdstudent volg je in bijna elke dag lessen of colleges, loop je stage en besteed je tijd aan zelfstudie. Er wordt van je verwacht dat je gemiddeld 40 uur per week besteedt aan je studie.
    Lees meer
  • De duur van een deeltijdopleiding varieert per hogeschool en per opleiding en hangt af van de vraag of je recht hebt op vrijstellingen voor bepaalde modules of vakken tijdens je studie. Gemiddeld duurt een deeltijdopleiding twee tot vier jaar.
    Lees meer
  • Een deeltijdopleiding heeft minder contacturen dan een voltijdopleiding. Vaak heb je in een week één dag of twee avonden les, doe je zelfstudie en loop je minimaal één dag stage. Op die manier kun je werk en studie combineren. Het werk dat je ernaast doet, hoeft niet aan te sluiten op je studie.
    Lees meer
Zij-instroom

Stap 1: Oriënteren en solliciteren

  • Volgens een inventarisatie van het ministerie van OCW waren er in 2020, 384 routes die leidden tot een lesbevoegdheid. Er zijn drie hoofdroutes te onderscheiden: voltijdopleidingen, deeltijdopleidingen en zij-instroomtrajecten. We denken graag met je mee over de route die het best bij jou past.
    Lees meer
  • In principe duurt het zij-instroomtraject maximaal twee jaar. Volgens de wet mag je namelijk officieel niet langer dan twee jaar zonder bevoegdheid voor de klas staan in dit traject. Een maximale verlenging van twee jaar is mogelijk, mits daar een goede reden voor is.
    Lees meer
  • Je moet in dienst zijn bij een school om met een zij-instroomtraject te kunnen starten. Het is in de vacaturetekst echter niet altijd duidelijk of de vacature geschikt is voor zij-instromers. Neem in dat geval contact op met de school of stuur een open sollicitatie.
    Lees meer
  • Het zij-instroomtraject is een tweejarig traject waarbij je tegelijkertijd werkt en leert. Je staat vanaf dag 1 voor de klas als leraar en je volgt daarnaast vakken op een lerarenopleiding. Om in aanmerking te komen voor een zij-instroomtraject heb je minimaal een hbo- of wo-diploma nodig.
    Lees meer
  • De studiebelasting van een zij-instroomtraject staat niet vast. De meeste zij-instromers werken 0,4 fte en volgen daarnaast colleges aan een lerarenopleiding. In de praktijk komt het vaak neer op een volle werkweek maar een zij-instroomtraject is maatwerk en de belasting is dus voor iedereen anders.
    Lees meer
Zij-instroom

Stap 2: Het geschiktheidsonderzoek

  • Een geschiktheidsonderzoek bestaat ten minste uit (1) het portfolio: een document dat een overzicht geeft van al je relevante studie- en werkervaring, en (2) een assessment: een observatie van een praktijksituatie, met vaak een reflectiegesprek. Klik op ‘Lees meer’ voor een uitgebreide beschrijving.
    Lees meer
  • Het geschiktheidsonderzoek voor het traject 'Zij-instroom in het beroep' voor het primair onderwijs of voortgezet onderwijs wordt vaak uitgevoerd door de hogeschool waar jij je bevoegdheid gaat halen. De school waar jij in dienst bent als zij-instromer vraagt dit geschiktheidsonderzoek voor jou aan.
    Lees meer
  • Het halen van een geschiktheidsonderzoek is de start van een zij-instroomtraject. Er wordt bepaald of je direct voor de klas kunt en of je binnen twee jaar je bevoegdheid kunt halen. Haal je het geschiktheidsonderzoek niet, dan mag je niet starten met het zij-instroomtraject.
    Lees meer
Zij-instroom

Stap 3: Het zij-instroomtraject

  • Ja, je wordt als zij-instromer binnen een school begeleid. Je staat als zij-instromer direct zelfstandig voor de klas, maar er wordt binnen jouw school ook een ervaren docent aangewezen die jou kan begeleiden en coachen. Je maakt met de school afspraken over hoe die begeleiding eruitziet.
    Lees meer
  • Ja, je bent in dienst van een school en staat zelfstandig voor de klas. Je ontvangt gewoon salaris naar de omvang van jouw aanstelling.
    Lees meer
  • Ja, als je een zij-instroomtraject doet sta je in principe direct zelfstandig voor de klas. Het is namelijk geen stagetraject maar een leerwerktraject. Met het schoolbestuur maak je afspraken over hoe je bij jouw werkzaamheden wordt begeleid. Er moet bij de begeleiding in elk geval een bevoegde collega van de zij-instromer betrokken zijn.
    Lees meer
  • In principe duurt het zij-instroomtraject maximaal twee jaar. Volgens de wet mag je namelijk officieel niet langer dan twee jaar zonder bevoegdheid voor de klas staan in dit traject. Een maximale verlenging van twee jaar is mogelijk, mits daar een goede reden voor is.
    Lees meer
  • De studiebelasting van een zij-instroomtraject staat niet vast. De meeste zij-instromers werken 0,4 fte en volgen daarnaast colleges aan een lerarenopleiding. In de praktijk komt het vaak neer op een volle werkweek maar een zij-instroomtraject is maatwerk en de belasting is dus voor iedereen anders.
    Lees meer
  • Ja, om een zij-instroomtraject te doen moet je een aanstelling hebben op een school. Je bent dus een echte werknemer van de school en ontvangt ook gewoon een salaris. Wel zijn er vaste afspraken over het halen van je lesbevoegdheid. En als zij-instromer krijg je meestal een tijdelijk contract.
    Lees meer
Zij-instroom

Stap 4: Het getuigschrift

Zij-instroom

Zij-instromen in het mbo: het PDG-traject

  • Ja, mits het bevoegde gezag van een mbo-school aangeeft dat je ook vakinhoudelijk bekwaam bent om op die school les te geven. Iedere docent moet namelijk vakinhoudelijk, vakdidactisch én pedagogisch bekwaam zijn. Een PDG toont de laatste twee bekwaamheden aan.
    Lees meer
  • De term ‘bevoegd’ is geen wettelijke term binnen het mbo. Om in het mbo les te kunnen geven hoef je dus geen bevoegdheid te hebben. Met een tweede- of eerstegraads lesbevoegdheid ben je mogelijk wel benoembaar in het mbo. Het schoolbestuur van een mbo-school bepaalt of je bekwaam bent.
    Lees meer
  • Er zijn vooropleidingseisen verbonden aan een PDG-traject. Zo moet je minimaal een hbo-opleiding hebben afgerond of op een andere manier kunnen aantonen dat je hbo-werk/denkniveau hebt. In dat geval is ook minimaal drie jaar werkervaring vereist die relevant is voor het vak dat je wilt geven.
    Lees meer
  • Het PDG-traject is voor zij-instromers die les willen geven op een mbo-school. Voordat je start, bepaalt het bestuur van de school waar je gaat werken of je vakinhoudelijk bekwaam bent en of je geschikt bent om les te geven in jouw vak. Hiervoor moet je ook hbo werk- en denkniveau kunnen aantonen.
    Lees meer
Werken op school

Als leraar/docent

Werken op school

Als gastdocent

  • Je mag als gastdocent zonder bevoegdheid lessen verzorgen op school. Dat mag (op jaarbasis) gemiddeld 6 lesuren per week.
    Lees meer
  • Je kunt op vacaturesites zoeken met termen als ‘gastdocent’ en ‘gastles’. Daarnaast zijn er instanties en bedrijven die eigen personeel inzetten om gastlessen te verzorgen. Ook kun je zelf contact opnemen met middelbare scholen of mbo-instellingen om te zien of er vraag is naar jouw expertise.
    Lees meer
  • In het basis- en voortgezet onderwijs heb je een bevoegdheid nodig om voor de klas te staan, met uitzondering van leraren in opleiding en gastdocenten. Binnen het mbo is ‘bevoegd' geen wettelijke term: het schoolbestuur bepaalt daar of jij vakinhoudelijk, vakdidactisch en pedagogisch bekwaam bent.
    Lees meer
Werken op school

In een andere functie

  • Er zijn twee opleidingen tot instructeur: een 1-jarige mbo4-opleiding ‘Instructeur mbo’ en een 2-jarige educatieve associate degree tot onderwijsondersteuner. Om toegelaten te worden moet je inhoudelijke kennis van je vak hebben, bijvoorbeeld door relevante werkervaring en vooropleidingen.
    Lees meer
  • Praktijkopleiders begeleiden de stage en/of werkplek van (v)mbo’ers binnen hun bedrijf en onderhouden contact met de school waar de stagiairs hun opleiding volgen. Praktijkopleiders vervullen een belangrijke rol binnen het mbo: sommige mbo-studenten besteden meer tijd op de werkvloer dan op school.
  • Een intern begeleider (IB'er) begeleidt en ondersteunt bij leerlingenzorg op een school. Ook levert een IB'er een bijdrage aan het implementeren van vernieuwingen in het zorgbeleid op school. Het precieze takenpakket van een intern begeleider kan per school verschillen.
    Lees meer
  • Een remedial teacher geeft extra begeleiding aan kinderen in het primair onderwijs. Dat gebeurt tijdens of buiten schooltijd op verzoek van een leraar of van de ouders/verzorgers. Een remedial teacher helpt bijvoorbeeld met lezen, rekenen, spellen, of met concentratie- of planproblemen.
    Lees meer
  • Een school moet aan de onderwijsinspectie kunnen aantonen dat alle medewerkers in bezit zijn van een VOG en dus geen strafbare feiten hebben gepleegd die een bezwaar vormen voor de functie die zij uitoefenen.
    Lees meer
  • In een mbo-school bestaat het onderwijsteam uit docenten en instructeurs. Instructeurs zijn meestal verantwoordelijk voor de praktijkonderdelen van de opleiding. Ze geven regelmatig zelfstandig (delen van) lessen, maar altijd onder verantwoordelijkheid van een docent.
    Lees meer
Onderwijssysteem

Onderwijssectoren

  • Het traditioneel vernieuwingsonderwijs bestaat uit verschillende onderwijsconcepten die afstand nemen van het reguliere, klassikale onderwijs. Dit zijn: montessori-, dalton-, vrije-, jenaplan- en freinetscholen.
    Lees meer
  • 10-14-onderwijs is voor leerlingen van 10 tot 14 jaar. Deze scholen staan ook wel bekend als tienerscholen. Leerlingen krijgen op deze scholen meer tijd om te ontdekken wat ze willen en kunnen en wat bij hen past, voordat ze een keuze voor een middelbare school moeten maken.
    Lees meer
  • De afkorting lwoo staat voor leerwegondersteunend onderwijs. Lwoo is onderwijs aan vmbo-leerlingen van de basis- en soms van de kaderberoepsgerichte leerweg. Het biedt leerlingen met leerachterstanden extra ondersteuning, zodat ze makkelijker hun diploma kunnen halen.
    Lees meer
  • Het praktijkonderwijs valt onder het voortgezet onderwijs en is voor leerlingen die moeite hebben hebben met leren op een traditionele manier. Ze krijgen in kleine groepen les in een aantal schoolvakken, in praktijkvakken en in algemene vaardigheden, zoals zelfredzaamheid en werknemersvaardigheden.
    Lees meer
  • Het vavo is de afkorting van het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs. Op het vavo kunnen volwassenen een vmbo-tl-, havo- of vwo-diploma of deelcertificaten voor bepaalde schoolvakken halen. Het vavo wordt aangeboden door mbo-instellingen door heel Nederland.
    Lees meer
  • Onder de parapluterm speciaal onderwijs vallen het speciaal basisonderwijs (sbo), het speciaal onderwijs (so) en het voortgezet speciaal onderwijs (vso).
    Lees meer
  • Primair onderwijs en basisonderwijs worden vaak door elkaar gebruikt, maar deze termen betekenen niet hetzelfde. Primair onderwijs is de parapluterm voor het reguliere basisonderwijs, het speciaal basisonderwijs, het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs.
    Lees meer
Onderwijssysteem

De drie bevoegdheden

  • Een eerstegraads bevoegdheid kun je halen via een zij-instroomtraject of via een masteropleiding aan een hogeschool of universiteit. Er zijn drie varianten van de eerstegraads masteropleidingen: een hbo-masteropleiding (na een tweedegraads bevoegdheid), een 1-jarige en 2-jarige universitaire master.
  • Met een tweedegraads bevoegdheid mag je lesgeven in het schoolvak waarvoor jij bevoegd bent. Je mag lesgeven in het vmbo, het voortgezet speciaal onderwijs, het praktijkonderwijs, het mbo (waar ook volwasseneneducatie onder valt) en de onderbouw van havo en vwo.
    Lees meer
  • Met een eerstegraads bevoegdheid mag je lesgeven in het schoolvak waarvoor jij bevoegd bent. Je mag lesgeven in alle klassen van vmbo, havo en vwo, het voortgezet speciaal onderwijs, het praktijkonderwijs, het mbo (waar ook volwasseneneducatie onder valt).
    Lees meer
  • Met deze bevoegdheid kun je lesgeven op de basisschool, in het praktijkonderwijs, op scholen voor speciaal (basis)onderwijs en in het voortgezet speciaal onderwijs. Echter, indien een school voor voortgezet speciaal onderwijs zelf eindexamens afneemt, heb je een tweedegraads bevoegdheid nodig.
    Lees meer
  • Ja, je kunt met een tweede- of eerstegraads bevoegdheid lesgeven in het basisonderwijs, maar alleen als vakdocent. Je kunt dus bijvoorbeeld geschiedenislessen geven op de basisschool als je een tweede- of eerstegraads bevoegdheid voor het schoolvak geschiedenis hebt.
    Lees meer
  • Ja, met een pabodiploma van vóór 1986 (van de Pedagogische Academie) mag je lesgeven in het vso, het praktijkonderwijs en je mag Nederlands geven in het vmbo. Op je getuigschrift moet dan wel de bevoegdheid 'Nederlands 3e graads' vermeld staan.
  • Nee, met een pabodiploma ben je niet bevoegd om les te geven in het voortgezet onderwijs en dus ook niet in het vmbo, tenzij je het het aanvullende certificaat ‘Groepsleerkracht onderbouw vmbo basis/kader’ hebt behaald. In alle andere gevallen heb je minimaal een tweedegraads bevoegdheid nodig.
  • Met een eerstegraads bevoegdheid mag je lesgeven in alle klassen van het voortgezet onderwijs, in het volwassenenonderwijs, in het mbo en in het praktijkonderwijs. Je mag zelfs in het primair onderwijs lesgeven, mits je een schoolvak geeft dat overeenkomt met een vak dat daar wordt gegeven.
    Lees meer
  • Met een tweedegraads bevoegdheid mag je lesgeven in de onderbouw van havo/vwo, in het vmbo, in het volwassenenonderwijs, in het mbo en in het praktijkonderwijs. Je mag zelfs in het primair onderwijs lesgeven, mits je een schoolvak geeft dat overeenkomt met een vak dat daar wordt gegeven.
    Lees meer
Onderwijssysteem

Meer vragen over bevoegdheden

  • Bij sommige lerarenopleidingen kun je twee bevoegdheden in één keer halen. Een voorbeeld hiervan is een tweedegraads bevoegdheid voor twee schoolvakken of profielen, of een tweedegraads bevoegdheid en een bevoegdheid voor het primair onderwijs. Met deze gecombineerde opleidingen ben je breder inzetbaar.
    Lees meer
  • Er bestaat inmiddels geen lerarenopleiding meer die studenten opleidt voor deze bevoegdheid, maar tot de jaren 70 bestond de derdegraads bevoegdheid naast de eerste- en een tweedegraads bevoegdheid. Heb jij een oud diploma met een derdegraads bevoegdheid? Dan mag je jouw vak verzorgen in het vmbo.
    Lees meer
  • De term ‘bevoegd’ is geen wettelijke term binnen het mbo. Om in het mbo les te kunnen geven hoef je dus geen bevoegdheid te hebben. Met een tweede- of eerstegraads lesbevoegdheid ben je mogelijk wel benoembaar in het mbo. Het schoolbestuur van een mbo-school bepaalt of je bekwaam bent.
    Lees meer
  • Ja, als je les wilt geven moet je in principe een lerarenopleiding of zij-instroomtraject hebben afgerond, tenzij je als gastdocent lesgeeft. Met jouw bevoegdheid, diploma, certificaat of getuigschrift kun je aantonen dat je vakinhoudelijk, vakdidactisch en pedagogisch bekwaam bent om les te geven.
    Lees meer
  • Nee, er bestaat geen aparte bevoegdheid om les te geven in het hoger onderwijs (hbo en wo). Veel onderwijsinstellingen vragen wel ten minste een hbo- of wo-diploma, maar soms is het ook een vereiste dat je gepromoveerd bent. Verder word je vaak verplicht om een basiskwalificatie onderwijs (BKO of BDB) te halen.
  • Na afronding van de educatieve minor/module ben je beperkt tweedegraads bevoegd. Je mag dan lesgeven in het vmbo en in de onderbouw van de havo en het vwo.
    Lees meer
  • Als je in het buitenland je lesbevoegdheid hebt gehaald, betekent dat niet automatisch dat je in Nederland als docent aan de slag mag: je moet je buitenlandse bevoegdheid eerst laten erkennen. DUO bekijkt jouw buitenlandse bevoegdheid en vertelt je of je daarmee ook les mag geven in Nederland.
    Lees meer
  • In het basis- en voortgezet onderwijs heb je een bevoegdheid nodig om voor de klas te staan, met uitzondering van leraren in opleiding en gastdocenten. Binnen het mbo is ‘bevoegd' geen wettelijke term: het schoolbestuur bepaalt daar of jij vakinhoudelijk, vakdidactisch en pedagogisch bekwaam bent.
    Lees meer
Cao’s en wetgeving

Cao’s

Cao’s en wetgeving

Salaris

Cao’s en wetgeving

Arbeidsvoorwaarden

  • Ja, als je werkt in het onderwijs krijg je gewoon doorbetaald tijdens de schoolvakanties. Het aantal vastgestelde vakantiedagen in het rooster heeft geen invloed op de hoogte van je salaris.
    Lees meer
  • Ja, naast het reguliere salaris krijg je binnen het primair onderwijs ook vakantiegeld en een eindejaarsuitkering. Hoeveel je precies krijgt, hangt af van de hoogte van je salaris en van de sector waar je in werkt. Kijk hiervoor in de cao van jouw sector.
    Lees meer
  • Ja, in de cao's van het primair onderwijs, het voortgezet onderwijs, het mbo en het hoger onderwijs staan afspraken vastgelegd over reiskostenvergoeding per kilometer. Kijk hiervoor in de cao van jouw (toekomstige) sector.
    Lees meer
  • Als je werkzaam bent in het onderwijs en je baan kwijtraakt, arbeidsongeschikt wordt of ziek wordt, heb je recht op de wettelijke voorzieningen. Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) voert deze regelingen uit.
    Lees meer
  • Als je werkzaam bent in het onderwijs en je baan kwijtraakt, arbeidsongeschikt wordt of ziek wordt, heb je recht op de wettelijke voorzieningen. Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) voert deze regelingen uit.
    Lees meer
  • ABP staat voor het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds. Dit fonds is verantwoordelijk voor de pensioensregelingen van onderwijspersoneel. Op de website van het ABP (link) staat meer informatie over deze pensioenregeling.
    Lees meer
  • Secundaire arbeidsvoorwaarden zijn extra voorwaarden waarover je kunt onderhandelen met je werkgever. Het gaat daarbij om over de vergoeding van reiskosten, vakantie- en verlofregelingen en (bij)scholingsmogelijkheden.
    Lees meer
  • De primaire arbeidsvoorwaarden gelden voor iedereen in het onderwijs. Ze gaan over arbeidsduur, over salaris, over regelingen bij ziekte, arbeidsongeschiktheid en werkloosheid en over je pensioen. Deze voorwaarden staan voor iedere functie vastgelegd in de cao’s van de onderwijssectoren.
    Lees meer
Cao’s en wetgeving

Wetten en regels

  • Benader UWV als je wilt weten wat er met je uitkering of sollicitatieplicht gebeurt als je aan een voltijd- of deeltijdopleiding begint. Neem ook contact op met UWV als je wilt weten wat de gevolgen zijn op het moment dat je stage gaat lopen of aan een leer-werktraject begint.
    Lees meer
  • Omscholen naar een baan in het onderwijs kan invloed hebben op jouw uitkering of eventuele sollicitatieplicht. Overleg altijd met UWV en vraag goed na wat een overstap voor jouw financiële situatie betekent.
    Lees meer
  • Een VOG staat voor Verklaring Omtrent Gedrag. Het is een papieren document dat aangeeft dat jouw gedrag (in het verleden) geen bezwaar vormt voor een bepaalde taak of functie. Hierbij wordt gekeken of je wettelijk gezien geen strafbare feiten hebt gepleegd.
    Lees meer
  • Een school moet aan de onderwijsinspectie kunnen aantonen dat alle medewerkers in bezit zijn van een VOG en dus geen strafbare feiten hebben gepleegd die een bezwaar vormen voor de functie die zij uitoefenen.
    Lees meer
  • Als je geen mbo4-, havo- of vwo-diploma hebt, dan kun je met behulp van een 21+-toets toch aantonen dat jij het juiste werk/denkniveau hebt om aan een hbo-opleiding te beginnen. Je moet daarvoor wel 21 jaar of ouder zijn.
    Lees meer
  • In het basis- en voortgezet onderwijs heb je een bevoegdheid nodig om voor de klas te staan, met uitzondering van leraren in opleiding en gastdocenten. Binnen het mbo is ‘bevoegd' geen wettelijke term: het schoolbestuur bepaalt daar of jij vakinhoudelijk, vakdidactisch en pedagogisch bekwaam bent.
    Lees meer
Subsidies en tegemoetkomingen

Subsidies

Subsidies en tegemoetkomingen

Leningen

  • Het Levenlanglerenkrediet is een lening die kan worden gebruikt voor een wettelijk erkende opleiding op het mbo, hbo of binnen het wo. Binnen 15 jaar na jouw afstuderen moet je de lening afbetalen. Hoeveel je per maand moet aflossen, hangt af van de hoogte van je schuld, de rente en van je inkomen.
    Lees meer
Begrippen en afkortingen

Opleidingen

  • Bol en bbl zijn twee verschillende leerwegen binnen het mbo. Bol betekent beroepsopleidende leerweg. Je loopt dan stage naast je opleiding. Bbl betekent beroepsbegeleidende leerweg. Hierbij werk je naast je studie bij een bedrijf of instelling. Kijk op de website van KiesMBO.nl voor meer informatie.
  • Ulo staat voor universitaire lerarenopleiding: je volgt een ulo altijd aan een universiteit. Ulo's kunnen educatieve masters zijn, maar ook minors of modules. Educatieve masters sluit je af met een eerstegraads bevoegdheid; educatieve minors en modules met een beperkte tweedegraads bevoegdheid.
    Lees meer
  • Een educatieve master is een universitaire lerarenopleiding die studenten opleidt tot eerstegraads bevoegde docenten. Deze master duurt twee jaar, tenzij je vakinhoudelijk, vakdidactisch of pedagogisch al voldoende studiepunten hebt behaald. De master kan dan een jaar of zelfs een half jaar duren.
    Lees meer
  • Aansluitend op sommige universitaire bachelors kun je een educatieve module volgen. Na deze module ben je beperkt tweedegraads bevoegd. Je mag dan lesgeven aan vmbo-tl en de onderbouw van havo/vwo. Met deze bevoegdheid heb je vaak recht op vrijstellingen als je doorstroomt naar de educatieve master.
    Lees meer
  • Het praktijkonderwijs valt onder het voortgezet onderwijs en is voor leerlingen die moeite hebben hebben met leren op een traditionele manier. Ze krijgen in kleine groepen les in een aantal schoolvakken, in praktijkvakken en in algemene vaardigheden, zoals zelfredzaamheid en werknemersvaardigheden.
    Lees meer
  • Tijdens enkele universitaire bachelors kun je een educatieve minor volgen. Na deze minor ben je beperkt tweedegraads bevoegd. Je mag dan lesgeven aan vmbo-tl en de onderbouw van havo/vwo. Met deze bevoegdheid heb je doorgaans recht op vrijstellingen wanneer je doorstroomt naar de educatieve master.
    Lees meer
  • Na afronding van de educatieve minor/module ben je beperkt tweedegraads bevoegd. Je mag dan lesgeven in het vmbo en in de onderbouw van de havo en het vwo.
    Lees meer
  • Het mbo staat voor middelbaar beroepsonderwijs. Het mbo leidt studenten op tot beroepsprofessionals. Er zijn zo'n 500 beroepsopleidingen waar je een mbo-diploma voor kunt behalen.
    Lees meer
  • Pabo staat voor pedagogische academie basisonderwijs. De pabo is de hbo-opleiding om leraar in het primair onderwijs te worden.
    Lees meer
  • Een kopopleiding is een 1-jarige hbo-lerarenopleiding waarmee je met een eerder behaald hbo- of wo-bachelordiploma een tweedegraads bevoegdheid kunt halen. Je komt in aanmerking voor de kopopleiding wanneer je in het bezit bent van een bacheloropleiding die direct aansluit bij een schoolvak.
    Lees meer
Begrippen en afkortingen

Overige begrippen

  • Het traditioneel vernieuwingsonderwijs bestaat uit verschillende onderwijsconcepten die afstand nemen van het reguliere, klassikale onderwijs. Dit zijn: montessori-, dalton-, vrije-, jenaplan- en freinetscholen.
    Lees meer
  • Een VOG staat voor Verklaring Omtrent Gedrag. Het is een papieren document dat aangeeft dat jouw gedrag (in het verleden) geen bezwaar vormt voor een bepaalde taak of functie. Hierbij wordt gekeken of je wettelijk gezien geen strafbare feiten hebt gepleegd.
    Lees meer
  • Tegenwoordig wordt de studielast uitgedrukt in ECTS (of EC’s), wat staat voor European Credit Transfer System. In het Nederlands wordt vaak met de term 'studiepunten' verwezen naar ECTS. Een studiejaar (1680 studie-uren) komt overeen met 60 ECTS-credits. Eén credit staat dus voor 28 studie-uren.
  • 10-14-onderwijs is voor leerlingen van 10 tot 14 jaar. Deze scholen staan ook wel bekend als tienerscholen. Leerlingen krijgen op deze scholen meer tijd om te ontdekken wat ze willen en kunnen en wat bij hen past, voordat ze een keuze voor een middelbare school moeten maken.
    Lees meer
  • Fte staat voor fulltime-equivalent. Het is een rekeneenheid waarmee de omvang van een aanstelling wordt uitgedrukt. 1.0 fte is een volledige werkweek. Een functie van 0,4 fte bijvoorbeeld is – uitgaande van een werkweek van 40 uur – een functie van 0,4 x 40 = 16 uur, wat neerkomt op twee werkdagen.
    Lees meer
  • EVC staat voor Erkenning van eerder Verworven Competenties. In een certificaat wordt vastgelegd welke kennis, inzichten en ervaringen je tot nu toe hebt opgedaan in je werk en tijdens je vooropleidingen. Een EVC-certificaat staat niet gelijk aan een bevoegdheid.
    Lees meer
  • De afkorting lwoo staat voor leerwegondersteunend onderwijs. Lwoo is onderwijs aan vmbo-leerlingen van de basis- en soms van de kaderberoepsgerichte leerweg. Het biedt leerlingen met leerachterstanden extra ondersteuning, zodat ze makkelijker hun diploma kunnen halen.
    Lees meer
  • ABP staat voor het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds. Dit fonds is verantwoordelijk voor de pensioensregelingen van onderwijspersoneel. Op de website van het ABP (link) staat meer informatie over deze pensioenregeling.
    Lees meer
  • Hogescholen en universiteiten mogen zelf aangeven welke voorwaarden zij aan docenten stellen. Veel onderwijsinstellingen verplichten docenten om in de eerste paar jaar een kwalificatie te halen aangeduid als basiskwalificatie onderwijs (BKO) of basiskwalificatie didactische bekwaamheid (BDB).
  • PhD staat voor Doctor of Philosophy. Een PhD is een promotietraject en tevens de hoogste academische graad die je kunt behalen. Hierbij doe je wetenschappelijk onderzoek en schrijf je een proefschrift. Je krijgt na afronding de titel dr. en wordt doctor in de wetenschap.
    Lees meer
  • Sommige scholen vallen onder het 'bijzonder onderwijs': zij gaan in hun onderwijsvisie uit van een bepaalde levensbeschouwing. Zo zijn er christelijke, islamitische en joodse scholen. Veel bijzondere scholen vragen hun personeel de levensbeschouwelijke identiteit van de school te onderschrijven.
    Lees meer
  • Het zij-instroomtraject is een tweejarig traject waarbij je tegelijkertijd werkt en leert. Je staat vanaf dag 1 voor de klas als leraar en je volgt daarnaast vakken op een lerarenopleiding. Om in aanmerking te komen voor een zij-instroomtraject heb je minimaal een hbo- of wo-diploma nodig.
    Lees meer
  • Primair onderwijs en basisonderwijs worden vaak door elkaar gebruikt, maar deze termen betekenen niet hetzelfde. Primair onderwijs is de parapluterm voor het reguliere basisonderwijs, het speciaal basisonderwijs, het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs.
    Lees meer
Over het Onderwijsloket