De Lesboeren - Lise Smit: de kracht van het collectief achter het Makerslab

Lise Smit: de kracht van het collectief achter het Makerslab

De Lesboeren is een multimediaal project van Jasper Rijpma, in samenwerking met Stichting Leraar van het JaarEars Up, Nike Liscaljet Photography en het Onderwijsloket.

Goed onderwijs is een te complexe taak om door één persoon te worden uitgevoerd, daarom is het essentieel dat we als team leren, reflecteren en elkaar ondersteunen. Alleen samen kunnen we onze leerlingen de beste kansen bieden.

Aan het woord is Lise Smit, docent aan het Corbulo College in Voorburg, een innovatieve vmbo-school die zich profileert op techniek, creativiteit en technologie. Het heeft een zogenoemd ‘Makerslab’, een innovatieve leeromgeving waar vakken zoals techniek, digitale vaardigheden en design samenkomen. De school heeft de wind flink in de zeilen, het behaalt al jaren achtereen solide examenresultaten, met een slagingspercentage van 100% sinds 2018. Bovendien liggen de gemiddelde examencijfers boven het landelijk gemiddelde, een stevige indicator dat het wel goed zit met de onderwijskwaliteit. Maar succes kent vele vaders en moeders en de school van Lise is bepaald geen uitzondering op deze regel. Een van de pijlers van het succes van de school is dan ook de sterke nadruk op samenwerking, zowel tussen docenten als met leerlingen. Het idee van ‘collectieve verantwoordelijkheid’ speelt hierin een cruciale rol. 

Rondlopend op het Corbulo College wordt die collectieve verantwoordelijk al gauw zichtbaar. Zo zien we hoe kinderen bezig zijn met fietstechniek en hangt er een model van een formule 1 auto aan de muur. Het blijkt te horen bij de themaweek "Garage van de Toekomst", waarin docenten techniek, design en digitale vaardigheden samenwerken om geïntegreerde opdrachten te ontwikkelen. Leerlingen leren niet alleen fietstechnieken zoals banden plakken en kettingen vervangen, maar maken ook schaalmodellen van Formule 1-auto's en presenteren hun werk met digitaal ontworpen posters. Dit soort grote vakoverstijgende onderwijsactiviteiten kunnen onmogelijk door één leraar ontworpen worden, blijkt uit ervaring. Het curriculum is dan ook het resultaat van intensief overleg en wordt tijdens teamvergaderingen geëvalueerd en bijgesteld. "Geen enkele docent heeft alle kennis in huis," legt Lise uit. "Maar door elkaars expertise te benutten, creëren we samen uitdagende en betekenisvolle projecten." Het team ontwikkelt thema's zoals "Garage van de Toekomst", waarbij leerlingen onder begeleiding van meerdere docenten leren bouwen, ontwerpen en programmeren. "We combineren onze krachten, zodat elke leerling zich breed kan ontwikkelen," zegt Lise.

Ook is er ruimte voor intervisie tussen collega’s. In kleine groepen bespreken docenten casussen uit hun lessen, zoals een leerling die tijdens het praktijkwerk steeds ongewenst gedrag vertoont. Samen analyseren ze de situatie en bedenken ze strategieën die niet alleen de individuele leraar helpen, maar ook toepasbaar zijn voor het hele team. Lise vertelt dat er wekelijks een overlegmoment is ingericht voor feedback. Tijdens deze sessies bespreken docenten niet alleen lesinhoud, maar ook hoe zij leerlingen met specifieke behoeften het beste kunnen begeleiden. Bijvoorbeeld, een docent die moeite heeft om een leerling met concentratieproblemen te betrekken, kan ondersteuning krijgen van collega’s die meer ervaring hebben met dit type uitdaging.

Daarnaast spelen onderwijsassistenten een sleutelrol in het waarborgen van de kwaliteit van de lessen. In het Makerslab bijvoorbeeld, ondersteunen zij docenten door materialen klaar te zetten, leerlingen te begeleiden bij het gebruik van gereedschap zoals figuurzagen, en toezicht te houden terwijl de hoofdleraar zich richt op de inhoudelijke begeleiding. Deze collectieve verantwoordelijkheid zorgt voor een soepele lespraktijk en een veilige leeromgeving.

Deze aanpak reikt verder dan het klaslokaal. Wanneer een leerling achterloopt of extra ondersteuning nodig heeft, wordt dit eveneens als een gezamenlijke verantwoordelijkheid gezien. Het team ontwikkelt samen een plan, bijvoorbeeld door de leerling in te plannen voor extra ‘maak-en-slaap’-uren of hem te koppelen aan een mentor die meer structuur kan bieden. 

Tegelijkertijd biedt de gezamenlijke aanpak structuur en consistentie. "We werken allemaal volgens dezelfde regels en doelen," legt Lise uit. "Dit geeft leerlingen een gevoel van veiligheid en voorspelbaarheid, wat hen helpt om beter te leren."

Collective Teacher Efficacy (CTE) is het gedeelde geloof van een team van leraren dat zij samen in staat zijn om een positieve invloed uit te oefenen op de leerresultaten van hun leerlingen. Dit concept benadrukt het belang van samenwerking en vertrouwen binnen een schoolteam en is een krachtige voorspeller van succes in het onderwijs. Volgens onderzoek heeft CTE een van de grootste effecten op leerlingprestaties. In een meta-analyse van onderwijskundige John Hattie (2021) wordt CTE genoemd als de belangrijkste factor voor het verbeteren van leerresultaten. Het creëert een cultuur waarin leraren zich gezamenlijk verantwoordelijk voelen voor de ontwikkeling van hun leerlingen en zich inzetten om samen doelen te bereiken. CTE kenmerkt zich door: hoge verwachtingen.

  • Hattie, J. (2021)
    Visible Learning: A Synthesis of Over 800 Meta-Analyses Relating to Achievement.

  • Hargreaves, A., & Fullan, M. (2015)
    Professional Capital: Transforming Teaching in Every School.

  • Onderwijsraad (2020)
    De staat van het onderwijs: Samen leren, samen werken.

Maar merken de leerlingen daar ook wat van? We vroegen het aan plukjes scholieren die we op de gang en in het makerslab tegenkwamen. De kinderen bleken verrassend positief: . "Het is fijn dat je van meerdere docenten leert," vertelt een leerling. "Ze helpen je op verschillende manieren, en als je ergens vastloopt, is er altijd wel iemand die weet wat je moet doen." Een ander voegt toe: "Het voelt alsof je niet alleen les krijgt, maar ook echt wordt begeleid om beter te worden." Gelukkig blijven het leerlingen. Er wordt wel eens een noodknop ingedrukt, of materiaal wordt niet gebruikt voor waar ze het voor bedoeld is - zo was er recent een incident waarbij leerlingen elkaar inwikkelden met tape. Sommige leerlingen ervaren ook de strikte regels, zoals het beperkte telefoongebruik, als beperkend, vertelden ze ons. 

Zelf komt Lise niet ‘uit het onderwijs’. Oorspronkelijk opgeleid als industrieel productontwerper, begon haar carrière buiten het onderwijs, in de zorgsector. Daar ontwierp ze hulpmiddelen voor mensen met fysieke beperkingen, zoals aanpassingen die personen met aandoeningen zoals ALS hielpen om zelfstandig handtekeningen te zetten of andere dagelijkse taken te volbrengen. Dit werk leerde haar creatief en oplossingsgericht denken, vaardigheden die ze later zou meenemen naar het onderwijs. Na jaren in de zorg voelde Lise dat ze toe was aan een nieuwe uitdaging. "Ik wilde iets doen waarmee ik echt een verschil kon maken voor anderen," vertelt ze. Het opleiden van stagiaires in haar vorige functie had haar al laten kennismaken met het plezier van kennis overdragen. Uiteindelijk besloot ze de overstap te maken naar het onderwijs via een zij-instroomtraject. "Het was spannend, maar al na een paar maanden wist ik: dit is mijn plek." 

Voor wie nadenkt over een overstap naar het onderwijs, benadrukt Lise het belang van teamwerk. "In het onderwijs werk je nooit alleen," zegt ze. "Je maakt deel uit van een groter geheel, en samen kun je echt een verschil maken." Haar advies aan toekomstige docenten? "Zoek een school waar samenwerking wordt gekoesterd. Daar leer je niet alleen van je collega’s, maar voel je ook de kracht van een team dat samenwerkt voor het beste resultaat."

Luister naar Lise in De Lesboeren podcast:

Dit artikel is geschreven door

Over het Onderwijsloket