Omscholen: waar begin ik?

 

Je bent eruit: je wilt de overstap maken naar werken in het onderwijs. Je hebt je goed georiënteerd op de vraag of het is iets voor je is door je in te lezen in de artikelen van onze kennisbank, door mee te lopen op een school of bijvoorbeeld door het volgen van de driedaagse training Zin in Lesgeven. De volgende vraag is: hoe bereik ik het onderwijs? Daarvoor moet je je eerst laten omscholen. 

 

In maart 2020 heeft de Inspectie van het Onderwijs een rapport naar buiten gebracht over de routes naar het leraarschap. In de inleiding kun je lezen dat er maar liefst 384 routes zijn die leiden tot een lesbevoegdheid. Zo’n grote keuzemogelijkheid lijkt mooi, maar heeft ook een keerzijde. Waar begin je? Welke stappen moet je ondernemen als je leraar wilt worden? Het Onderwijsloket kan jou daarbij helpen.

We maken op deze pagina onderscheid in drie hoofdroutes die je kunt volgen om leraar te kunnen worden: voltijd, deeltijd en zij-instroom. Oriëntatie op de route die het best bij jou past is belangrijk. De keuze voor een van deze routes hangt af van allerlei factoren: jouw vooropleiding, werkervaring, privésituatie, wensen, et cetera. Ben je bijvoorbeeld wel in de mogelijkheid om voltijd te studeren? Of wil je toch liever je werken naast je opleiding? En wil je dan graag direct voor de klas of houd je liever nog even je huidige baan aan? Dan past een deeltijdopleiding of het traject 'zij-instroom in het beroep' wellicht beter bij jou.

Drie hoofdroutes in het kort

De meeste mensen die zich willen laten omscholen tot docent oriënteren zich op een van de drie hoofdroutes waarmee je een lesbevoegdheid kunt halen: voltijd, deeltijd of een zij-instroomtraject. Wat zijn de verschillen?

Voltijdstudie

Als voltijdstudent volg je meerdere dagen per week lessen of colleges, loop je stages en doe je daarnaast aan zelfstudie. Er wordt van je verwacht dat je gemiddeld 40 uur per week besteedt aan je studie. Je hebt bovendien vaak recht op studiefinanciering.

Deeltijdstudie

Een deeltijdopleiding is gemakkelijker te combineren met een andere baan of bijvoorbeeld met een druk gezinsleven. Je gaat meestal maar één dag in de week naar school, of bijvoorbeeld alleen in de avonduren. Veel mensen die leraar willen worden op latere leeftijd kiezen voor een deeltijd- in plaats van voltijdopleiding. Ze hebben vaak al werkervaring en willen studeren om een volgende stap te kunnen zetten in hun carrière, zich te laten omscholen of op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen binnen hun vakgebied. De studie kan aansluiten bij je baan, maar dat hoeft niet. Je hebt geen recht op studiefinanciering als je een studie in deeltijd volgt, maar er zijn wel subsidies waar je aanspraak op kunt maken.

Zij-instroomtraject

Tot slot kiezen veel mensen die op later in hun leven hun onderwijsbevoegdheid willen halen voor  een zij-instroomtraject. Dit traject is ook geschikt voor mensen die al in het onderwijs werken en snel een overstap willen maken naar een andere bevoegdheid en/of sector. Het zij-instroomtraject is een tweejarig werk-en-leertraject dat wordt gefinancierd door de overheid. Vooraf wordt er met behulp van een geschiktheidsonderzoek bepaald of je geschikt bent om direct voor de klas te staan en welke scholing en begeleiding je nodig hebt om jouw zij-instroomtraject succesvol af te ronden. Er zijn twee belangrijke zij-instroomtrajecten, waarover je op onze website veel informatie kunt vinden: het zij-instroomtraject 'zij-instroom in het beroep' en het PDG-traject.

Twee zij-instroomtrajecten: zij-instroom in het beroep & het PDG-traject

De term ‘zij-instromen’ klinkt logisch en spreekt waarschijnlijk tot je verbeelding. Toch is er een verschil tussen iemand die ‘instroomt in’ (of overstapt naar) het onderwijs, bijvoorbeeld via een deeltijdopleiding, en de formele definitie van zij-instromen. We zetten hieronder twee belangrijke, formele zij-instroomroutes uiteen:

  1. Het formele zij-instroomtraject heet 'zij-instroom in het beroep' (zib). Wettelijk gezien ben je pas een ‘zij-instromer in het beroep’ als je een hbo- of wo-diploma hebt en het 'traject zij-instroom in het beroep' doorloopt waarin je vanaf dag 1 betaald voor de klas staat en daarnaast je bevoegdheid bij een lerarenopleiding haalt. Op basis van een geschiktheidsonderzoek wordt dit traject op maat gemaakt, waarbij er wordt gekeken naar jouw vooropleidingen, werkervaring en nevenactiviteiten. Het traject 'zij-instroom in het beroep' wordt betaald met behulp van de zij-instroomsubsidie, die een school voor jou aanvraagt bij DUO. Dit traject kent drie varianten: een die je afsluit met een bevoegdheid voor het primair onderwijs, een die je afsluit met een tweedegraads bevoegdheid en een die je afsluit met een eerstegraads bevoegdheid. Je bepaalt dus vooraf voor welke bevoegdheid je wilt gaan. Voor iedere variant gelden weer andere toelatingseisen. Kijk op onze overzichtspagina Zij-instroom in het beroep voor meer informatie over dit zij-instroomtraject.
     
  2. Als je docent op het mbo wilt worden, kun je daar niet voor alle vakken en beroepsrichtingen terecht met een eerste- of tweedegraads bevoegdheid. Veel docenten op het mbo hebben daarom het PDG-traject gevolgd: een zij-instroomtraject waarmee je een pedagogisch-didactisch getuigschrift (PDG) haalt. Ook hier werk en leer je tegelijkertijd. Je mag wel pas aan dit traject beginnen als een mbo-school jou een geschiktheidsverklaring heeft gegeven, waaruit blijkt dat je vakinhoudelijk bekwaam bent, dat je geschikt bent om direct voor de klas te gaan en dat je in staat bent om binnen twee jaar het traject succesvol af te ronden. Aan het eind van het PDG-traject ontvang je je getuigschrift. Daarmee heb je een bewijs in handen dat jij naast vakinhoudelijk ook pedagogisch-didactisch bekwaam bent om het beroep van mbo-docent uit te oefenen.

Deeltijd versus zij-instroom

De start van je oriëntatietraject begint voor de meeste mensen die op latere leeftijd leraar willen worden met de keuze tussen een deeltijdopleiding of een traject 'zij-instroom in het beroep'. Het is belangrijk om je goed te oriënteren op de voor- en nadelen van beide routes, op het gebied van de studiebelasting, het kostenplaatje, het studieprogramma, de begeleiding en het diploma/getuigschrift dat je behaalt. 

Over het Onderwijsloket