De Lesboeren - Andrew Niemeijer over onderwijs met betekenis

Andrew Niemeijer over onderwijs met betekenis

De Lesboeren is een multimediaal project van Jasper Rijpma, in samenwerking met Stichting Leraar van het JaarEars Up, Nike Liscaljet Photography en het Onderwijsloket.

"Vader en echtgenoot, dat ben ik allereerst. Daarna komt pas leraar zijn." Zo stelt Andrew Niemeijer zich voor, in een biologieklaslokaal van OSG West-Friesland in Hoorn. Maar wie hem hoort spreken over zijn werk als docent Engels, merkt direct dat hij zichzelf tekortdoet. Hier spreekt een bevlogen vakman met een missie – en een doctoraat op zak.

Dr. Andrew Niemeijer, leraar van beroep.

Niemeijers loopbaan begon niet in het onderwijs, maar bij boekhandel Waterstones in de Amsterdamse Kalverstraat. Daar verkocht hij vijf jaar lang literatuur aan een breed publiek. “Ik deed eigenlijk hetzelfde als nu: verhalen delen. Alleen nu aan jongeren.” Inmiddels staat hij bijna twintig jaar voor de klas. Lesgeven ziet hij niet als kennisoverdracht, maar als het activeren van leerlingen. Hij wil dat ze literatuur beleven en zich erin herkennen. “Ik vertel hen niet alleen iets; ik geef ze een kader om het zelf te ontdekken.”

Een rode draad in zijn onderwijs is het creëren van een veilige en uitdagende omgeving. We waren bij hem in de les aanwezig en kunnen dit uit eerste hand bevestigen. We zagen hoe hij zijn leerlingen het vertrouwen bood om zich een zestiende-eeuwse tekst (Romeo and Juliet) toe te eigenen. Niet de makkelijkste klas: mavo 3. Maar ze gingen er helemaal in op. Wat zal helpen is dat Andrew geen onbekende is met het theater. Naast zijn werk als docent staat Andrew regelmatig zelf op het toneel. Theater is voor hem geen hobby, maar een verlengstuk van zijn lespraktijk. “Theater dwingt je te luisteren, te improviseren, jezelf te blijven vernieuwen. Dat is precies wat ik in mijn klas ook probeer.” 

Zijn klaslokaal is ingericht als mini-theater, inclusief lampen en podium. “Als leerlingen zien dat andere klassen toneel durven spelen, raken ze nieuwsgierig. Het creëert ruimte voor expressie, en dat is voor veel jongeren cruciaal.”

Burgerschap

Voor Andrew stopt het werk van de leraar niet bij kennisoverdracht. Burgerschap, stelt hij, moet niet als apart vak worden aangeboden, maar verweven worden in bestaande vakken. “Voor vrijwel elk maatschappelijk probleem wordt het onderwijs aangesproken om oplossingen te bieden. Dat is zowel een compliment als een uitdaging.”

Die verweving kan breed: in maatschappijleer en geschiedenis, maar net zo goed in kunst, muziek of biologie. “We moeten af van het idee dat alleen de maatschappijdocent hier iets mee moet. Ook een biologiedocent kan met leerlingen spreken over voeding, seksualiteit of mentale gezondheid. Dan heb je al snel een vakoverstijgend project.”

Collectieve verantwoordelijkheid

We spreken over het zoet én over het zuur van het lesgeven. Zo vertelt hij een verhaal over een moeilijke klas, waaruit blijkt hoe zwaar het vak ook kan zijn – en hoe belangrijk het is om er niet alleen voor te staan. “Ik wist: ik moet om deze leerlingen geven. Ik heb er nu geen zin in, maar als ik dat niet doe, lukt het nooit.” Hij ging direct naar de personeelskamer om steun te zoeken. “Ik zei tegen collega’s: dit wordt pittig, maar we móeten dit samen doen.” Dat gebeurde ook. Met een team van acht tot tien docenten werden strategieën gedeeld, ervaringen uitgewisseld, plannen gemaakt. Cruciaal was ook de rol van hun afdelingsleider, die ingreep waar nodig en ruimte gaf voor experiment en herstel. Aan het eind van het jaar kreeg de mentor van de klas een Volendam-shirt, met daarop de namen van alle leerlingen – juist van de groep die eerder uit de hand liep. “Je moet het samen doen,” zegt Andrew. 

Promotieonderzoek
In 2021 promoveerde Andrew Niemeijer aan de Vrije Universiteit Amsterdam met zijn proefschrift War in the Classroom: A Qualitative Model for the English Literature Classroom. Daarin ontwikkelde hij een praktisch model voor docenten om via oorlogsliteratuur leerlingen te helpen bij het begrijpen van complexe thema’s als oorlog, trauma en maatschappelijke betrokkenheid. Enkele aanbevelingen uit zijn proefschrift:

  • Zet oorlogsliteratuur bewust in als onderdeel van het reguliere literatuuronderwijs, om leerlingen te stimuleren zich te verplaatsen in historische en actuele conflictsituaties.
  • Kies voor een narratieve aanpak: persoonlijke verhalen en getuigenissen versterken empathie en begrip bij leerlingen.
  • Faciliteer kritische en open discussies, waardoor leerlingen leren reflecteren op actuele maatschappelijke kwesties vanuit een historisch perspectief.

Niemeijer, A.J. (2021). War in the Classroom: A Qualitative Model for the English Literature Classroom (Prometheus Academisch Proefschrift, Vrije Universiteit Amsterdam).

We are at war

Een belangrijk deel van Niemeijers onderwijs is gewijd aan oorlogsliteratuur. Zijn lessen begint hij soms met een zin: We are at war. Niet als provocatie, maar als context. “Oorlog is geen abstractie. Poëzie van Wilfred Owen of Siegfried Sassoon gaat over jongens van 19. Die geef ik ook les.” Voor zijn leerlingen is de oorlog in Oekraïne en het conflict in Gaza de realiteit waarin ze opgroeien. Door de gedichten te koppelen aan actuele conflicten, ontstaat er ruimte voor gesprek. “Een gedicht als Anthem for Doomed Youth laat leerlingen voelen wat oorlog is. Het is veel effectiever dan een nieuwsbericht. En als je dan vraagt: ‘Tegen wie spreekt deze dichter?’ dan gaan ze met elkaar in discussie. Dan ontstaat eigenaarschap.”

Een roeping 

In 2009 werd Andrew Niemeijer uitgeroepen tot Leraar van het Jaar. Hij heeft dit podium gepakt om zich in te zetten voor het beroep van de leraar. Zo pleitte hij in het dankwoord van zijn proefschrift voor betere salarissen. “Dat werd me niet in dank afgenomen. Maar ik blijf het zeggen: waardering begint bij erkenning. Financieel, maar ook door goede leiding, ruimte en vertrouwen.”

Net als Simon van Teutem, in zijn recente boek ‘de Bermudadriehoek van talent’, richt Andrew zich op de talentvolle jongeren van nu: “Vraag jezelf af: voel je voldoening? Niet het softe soort, maar echt. Want onderwijs kan die voldoening bieden. Mits we het goed organiseren.”

Zijn hoop is helder: dat de samenleving begrijpt hoeveel werk, liefde en vakmanschap achter het werk van de leraar schuilgaat. “Onderwijs wordt pas betekenisvol als je leerlingen echt ziet. En als je als leraar ook zelf gezien wordt.”

Luister naar Andrew in de Lesboeren podcast:

Dit artikel is geschreven door

Over het Onderwijsloket